|
|
|
|
De Luchtmacht Open Dagen 2004; Volkel, 19 juni 2004
25 Jaar F-16 bij de KLu, deel I; Tekst en Afbeeldingen door Alex van Noye
Op vrijdag 18 juni 2004 en zaterdag 19 juni 2004, stonden de Open dagen van de Koninklijke Luchtmacht weer op
het programma. Het thema van dit jaar is 25 jaar F-16 in dienst van de Koninklijke Luchtmacht. De F-16 werd aan
het einde van de jaren 70 aangeschaft als vervanger van de Lockheed F-104G Starfighter.
De ontwikkeling van de F-16 begon in 1965 met het Advanced Day Fighter (ADF) project. Het toestel moest een
lichtgewicht straaljager worden geschikt voor luchtgevechten die overdag plaats vonden. Dit vliegtuig zou moeten
kunnen opereren naast een zwaardere straaljager uit het F-X project die later bekend zou worden als de F-15 Eagle.
Het F-X project kreeg een hogere prioriteit in de westerse wereld toen in 1964 de capaciteiten van de MiG-25
bekend werden. Het ADF project ging vanaf dat moment verder onder de naam F-XX Lightweight Fighter Concept.
In 1969 werd het project stop gezet nadat de USAF en de USN hadden geklaagd omdat het Pentagon de dure F-14
en F-15 wilden vervangen door de F-XX. Op 16 januari 1971, werd het idee opnieuw opgepakt onder de naam
Lightweight Fighter (LWF) project. Er werd opnieuw een pakket met eisen opgesteld voor de specificaties voor
een dergelijk vliegtuig. Diverse vliegtuigbouwers konden een prototype ontwikkelen om het contract binnen te
slepen (competitive prototyping). Als belangrijkste eis werd gesteld dat het een klein en wendbaar vliegtuig
moest worden met een maximumgewicht van 9000 kg. Ook moest het vliegtuig minimaal Mach 1,6 kunnen halen en
moest het luchtgevechten aan kunnen gaan met MiG-17's en MiG-21's. Verder moest het vliegtuig geschikt zijn
om in de toekomst te updaten met nieuwe technologieën en wapensystemen. In totaal hadden 5 bedrijven interesse
in het project, namelijk: Boeing, General Dynamics, Vought, Lockheed en Northrop. Na het evalueren van de
verschillende voorstellen werd in 1972 beslist dat General Dynamics en Northrop prototypes mochten bouwen.
Het General Dynamics Model 401 heette vanaf dat moment YF-16 en het Northrop Model P-600 zou geproduceerd
worden als YF-17.
In 1974 werd door de Amerikaanse defensie staf aangegeven dat het LWF project naast de F-15 zou gaan opereren.
Op 13 januari 1975, werd de YF-16 tot winnaar van dit programma verklaard en de USAF bestelde 15
preproductiemodellen, later werd dit
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
aantal teruggebracht naar 8 toestellen. De YF-16 werd verkozen boven de YF-17 vanwege zijn grotere vliegbereik,
betere besturing en lagere bedrijfskosten. Ook speelde mee dat de F-16 dezelfde motor zou gaan gebruiken als
de F-15 en dat General Dynamics in financiële problemen zou komen als ze geen toestellen meer zouden bouwen.
De USAF bestelde in eerste instantie 650 F-16’s. Op 2 mei 1975, besloot de USN de YF-17 door te ontwikkelen
voor landingen op de vliegdekschepen. Dit project resulteerde in de ontwikkeling van de F/A-18 Hornet. De F-16
was een vliegtuig dat achteraf gezien zijn tijd ver vooruit was. Het toestel was het eerste vliegtuig ter wereld
dat volledig bestuurd werd volgens het fly by wire principe. De eerste productieversies van de F-16 waren de
F-16A (eenzitter) en F-16B (tweezitter voor trainingen) Block 1. Deze toestellen hadden een zwarte neus en
een kleiner staartvlak dan de latere toestellen. De veranderingen van de Block 10 update waren vooral intern.
De eerste grote veranderingen werden pas doorgevoerd bij de Block 15 variant. De F-16 kwam al snel in beeld
in Europa om daar de F-104 Starfighter te vervangen. Er ontstond een initiële groep van 4 landen die de eerste
exportklanten van de F-16 zouden worden. Deze landen waren België, Denemarken, Nederland en Noorwegen. Deze
landen hadden zich verenigd in de European Participating Governments (EPG). Vanaf februari 1975 werd deze
samenwerking gestart in Europa. In juni 1975, besloten deze 4 landen om gezamenlijk de F-16 aan te schaffen.
De F-16 werd boven de Dassault Mirage F1, de Saab Viggen en de YF-17 gekozen. In totaal bestelde de 4 NATO
partners 348 F-16’s. Samen met de Amerikaanse overheid (USG) vormde de EPG het Multinational Fighter Program
(MNFP) met als belangrijkste doelstelling de F-16 verder ontwikkelen en samen werken waar mogelijk. De
toestellen voor de EPG-partners werden in België en Nederland door respectievelijk SABCA en Fokker gebouwd.
Op 17 augustus 1978, nam de USAF de eerste F-16 in ontvangst. Op 29 januari 1979, werd de eerste in Europa
gebouwde F-16 voor de Belgische Luchtmacht afgeleverd. Nederland volgde op 6 juni 1979. Noorwegen kreeg
zijn eerste vliegtuig in december 1979 en Denemarken op 18 februari 1980.
In mei 1975 besloot de Nederlandse regering 84 F-16’s aan te schaffen met een optie voor nog eens 18 toestellen.
In totaal zijn er in de loop der jaren 213 F-16’s aangeschaft, waarvan de eerste op 6 juni 1979 werd afgeleverd
op Vliegbasis Leeuwarden, en de laatste op 27 februari 1992 op vliegbasis Twenthe. Het no 322 Squadron op
vliegbasis Leeuwarden, was de eerste Nederlandse F-16 eenheid op 1 mei 1981. De tweede eenheid die met de
F-16 ging vliegen was het no 323 Squadron op vliegbasis Leeuwarden. De Transitie en Conversie Afdeling (TCA)
ontving tegelijkertijd de F-16. Deze eenheid werd samengevoegd met het no 323 Squadron in 1986. De squadrons
op Volkel waren de volgende eenheden die overschakelde naar de F-16. Het no 311 Squadron schakelde over in
april 1982, het no 306 Squadron schakelde over in februari 1983 en het no 312 Squadron schakelde over in
oktober 1985. In december 1983, werd besloten om nog een tweede serie F-16’s aan te schaffen. Deze F-16’s
moesten de Northrop NF-5 gaan vervangen. De eerste NF-5 basis die converteerde naar de F-16, was vliegbasis
Twenthe. Het no 315 Squadron converteerde in november 1987 naar de F-16, het no 313 Squadron volgde in mei
1988. Het no 315 Squadron werd dit jaar in april opgeheven. De volgende eenheid die converteerde was het no
314 Squadron op vliegbasis Gilze-Rijen in mei 1990. Deze eenheid werd opgeheven op 6 juli 1995. De laatste
vliegbasis die de F-16 ontving, was vliegbasis Eindhoven. Het no 316 Squadron ontving de F-16 in 1991. In
1994 werd de eenheid al ontbonden door bezuinigingen. In totaal heeft de Koninklijke Luchtmacht 213 F-16’s
ontvangen. De F-16 heeft zich ondertussen ontwikkeld tot een van de meest veelzijdige vliegtuigen dat ooit
gebouwd is.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|