Falcon Autumn 2016; Arnemuiden, 27 september 2016

Een Luchtmobiele Integratieoefening; Tekst en Afbeeldingen door Alex van Noye

Om militairen van de Luchtmobiele Brigade en het Defensie helikopter Commando voor te bereiden op toekomstige uitzendingen, werd de oefening Falcon Autumn gehouden. Tijdens deze oefening opereren alle defensie onderdelen samen als een geïntegreerd leger in samenwerking met de buitenlandse partners.

In de periode van maandag 26 september t/m vrijdag 7 oktober vond de oefening Falcon Autumn 2016 plaats. Deze oefening is vooral bedoeld voor de militairen van de Nederlandse Luchtmobiele Brigade in samenwerking met het Defensie Helikopter Commando (DHC). Tijdens de oefening Falcon Autumn 2016 worden alle aspecten van de Air Manoeuvre geoefend. De Nederlandse eenheden die deelnemen aan deze oefening zijn militairen van de 11 Luchtmobiele Brigade van de Koninklijke Landmacht en helikopters van het DHC van de Koninklijke Luchtmacht van vliegbasis Gilze-Rijen. AS532 Cougar transporthelikopters zorgen voor het transport van manschappen naar de oefenlocaties. Ook zullen hiervoor CH-47 Chinook helikopters worden ingezet die naast het ver voeren van manschappen ook zwaar materieel zullen invliegen op het oefenterrein. De AH-64 Apache gevechtshelikopters zullen de transport konvooien beschermen. C-130 Hercules transportvliegtuigen van vliegbasis Eindhoven zullen de oefening ondersteunen met logistieke acties. Tijdens de oefening zullen ook verschillende buitenlandse eenheden deelnemen. De Duitse Division Schnelle Kräfte zet EC665 Tigre gevechtshelikopters, NH90 Caiman transporthelikopters en parachutisten in. Deze mobiele interventiemacht is de Duitse tegenhanger van de Nederlandse Air Manoeuvre eenheden van de luchtmacht en de landmacht. Ook doet de Amerikaanse 82nd Airborne Division mee met een infanterie peloton.

Tijdens Autumn Falcon 2016 worden de Nederlandse militairen geoefend zoals Defensie tegenwoordig tijdens internationale missies optreedt, zoals recentelijk in Afghanistan, Mali en Irak. In totaal zullen er ruim 1000 militairen deelnemen aan deze voor Nederlandse begrippen grootschalige oefening. Het hoofddoel van de oefening is om het 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel Regiment (bijgenaamd Johan Willem Friso, gelegerd in Assen) te certificeren voor inzet op internationaal niveau. De oefening speelt zich vooral af in Gelderland en Zeeland. Tijdens de eerste week van de

oefening speelt het scenario zich af in Zeeland in de regio Walcheren. Het civiele vliegveld Midden-Zeeland bij Arnemuiden is het oefenterrein. Dit kleine vliegveld heeft een grasbaan die als landingstrip zal dienen voor de helikopters en er staan enkele gebouwen omheen die moeten worden veroverd. Tijdens het scenario van deze oefening is het vliegveld in handen van de vijand. Op het vliegveld staan diverse luchtafweer batterijen opgesteld. En de gebouwen worden intensief bewaakt door vijandelijke troepen die zijn uitgerust met zware wapens. Voordat er veilig geland kon worden op dit terrein moesten deze installatie onklaar worden gemaakt. De eerste aanval op dit terrein werd gedaan door de Apache helikopters van Gilze-Rijen. De helikopters vlogen op grote hoogte en schakelde de luchtafweer batterijen een voor een uit. Deze hele operaties duurde slechts tien minuten. Nadat de eerste aanval was gepleegd was het terrein klaar om op te landen.

Aan de horizon verschenen twee Chinook helikopters en twee Cougar helikopters. Uit de helikopters stormden de eenheden van de luchtmobiele eenheid die meteen een aanvalspositie innamen in het gras. De grondeenheden die geland waren, bestonden uit Nederlandse, Duitse en Amerikaanse eenheden. Na het droppen van de grondeenheden vlogen de helikopters meteen weg van het vliegveld om zo kort mogelijk in de gevarenzone te blijven. De Apaches zouden op grote hoogte blijven rondcirkelen om de eenheden op de grond aanwijzingen te geven. De militaire raakten al snel in een vuurgevecht met de vijand. De vijand had enkele verdedigingsposities opgezet voor de gebouwen waarin hun commando post zich bevond. Ook de bosrand aan de rand van het vliegveld zat vol met vijandelijke troepen. Het lukte de Nederlandse eenheden relatief snel om de bosrand te veroveren door de vijandelijke stellingen uit te schakelen. De eenheden rondom de gebouwen stuitten op een veel sterkere tegenstander. Het duurde dan ook langer voordat deze stellingen werden uitgeschakeld. Het vechten in en rondom gebouwen is een van de moeilijkste aspecten die militairen moeten kunnen uitvoeren. De gevechten vinden vaak plaats op hele korte afstanden en het verrassingselement is vaak groot. Men kan van te voren niet zien of er vijandelijk militairen in gebouwen verstopt zitten.

Na een aantal stevige vuurgevechten is het vliegveld veiliggesteld door de militairen op de grond. In deze fase is er ruimte om de gewonden te stabiliseren en gereed te maken voor evacuatie. De zone waar de gewonden militairen konden worden opgehaald werd gemarkeerd met groen rook. Tijdens het tweede deel van de luchtmobiele oefening, werd er zwaarder materieel ingevlogen door de helikopters. De Cougars vlogen meer manschappen in om het terrein structureel te bezetten. De twee Chinook helikopters zorgden ervoor dat de eenheden op de grond ook de beschikking kregen over voertuigen. In totaal werden er vier voertuigen ingevlogen die als slingload onder de Chinooks hingen. De vier transporthelikopters maakten een landing op de grasstrip en verdwenen binnen een minuut weer uit beeld. Het ophalen en afzetten van materieel en grondtroepen is een kwestie van seconden voor de bemanningen van de helikopters. Nadat het vliegveld definitief was ingenomen door de luchtmobiele coalitie, werden de eenheden op die vliegveld bevoorraad. Een C-130 van vliegbasis Eindhoven zou op lage vlieghoogte een cargodrop doen. Tijdens deze drop vliegt de Hercules met een open vrachtdeur laag over de grasstrip. Tijdens deze pass worden er pallets met vracht uit het toestel gedropt op het ingenomen terrein. Na deze actie was het gesimuleerde scenario volbracht. Deze geïntegreerde manier van optreden zorgt ervoor dat de eenheden van alle competenties van de krijgsmacht delen efficiënt kunnen samenwerken. Tijdens de tweede week van de oefening zullen de militairen oefenen in Gelderland op het terrein in ’t Harde en op de Leusderheide.