De Historische Escadrilles van EC 7; Saint-Dizier, 18 juni 2000

La 7ème Escadre de Chasse, deel 2; Tekst en Afbeeldingen door Alex van Noye

Escadron de Chasse 7 is tegenwoordig de laatste eenheid in Frankrijk die nog met de SEPECAT Jaguar opereert. EC 7 is opgebouwd uit drie escadrons die op hun beurt weer zijn opgebouwd uit een aantal escadrilles. Deze escadrilles dragen allemaal de historie en de tradities uit de Eerste Wereldoorlog mee.

Het Escadron de Chasse 7 werd in Dijon opgericht op 1 oktober 1932. Op Nieuport Delage bestaat de eenheid uit twee jachtgroepen namelijk GC I/7 (SPA 15 en 77) en GC II/7 (SPA 73 en 78). In mei 1939 werd GC III/7 (SPA 152 en “Tête de Furie”) toegevoegd. In 1939, werd de drie eenheden die aan elkaar waren gelinkt allen onafhankelijk van elkaar en viel GC 7 uit elkaar. Het EC 7 werd op 17 november 1951, voor de tweede keer opgericht op Bizerte Sidi-Ahmed toen EC 1/7 “Provence” (SPA 15 en 77) en EC 2/7 “Nice” (SPA 73 en 78) werden uitgerust met Vampire Mk V. EC 2/7 werd uiteindelijk geïntegreerd in EC 1/7 en de eenheid verhuisde naar Nancy in Frankrijk. De eenheid onder de naam “Nice” werd in maart 1962 geplaatst bij EC 8 in Cazaux. Sinds de verhuis naar Base Arienne 113 Saint-Dizier en de transformatie naar de Jaguar in 1973, werd het EC 7 teruggebracht naar zijn samenstelling van drie escadrons. Uiteindelijk kwam er nog een vierde escadron bij, want naast EC 1/7, EC 2/7 en EC 3/7, werd ook het EC 4/7 toegevoegd aan de eenheid. EC 4/7 “Limousin” verhuisde echter in 1980 al naar Istres. Met de herstructureringsmaatregelen van het plan “Armées 2000” verliest EC 7 aan het begin van de jaren 90 zijn nucleaire missie.

De eerste eenheid binnen EC 7 is het Escadron de Chasse 1/7 "Provence", deze eenheid werd in 1973 uitgerust met de Jaguar. Het EC 1/7 “Provence” vertegenwoordigd de tradities van de Eskadrilles SPA 15 en SPA 77. SPA 15 “Casque de Bayard” werd op 22 augustus 1912 in Reims opgericht en is herkenbaar aan de ridderhelm. De tweede eenheid SPA 77 “Croix de Jérusalem” werd opgericht op 19 september 1916 in Lyon en is te herkennen aan het kruis op de staart van de vliegtuigen. De eenheden werden na de Eerste Wereldoorlog uiteindelijk gestationeerd op Straatsburg in 1920. GC II/3 werd samengesteld uit SPA 15 en 77 in Dijon in oktober 1932. Het blijft daar tot 26 januari 1939 voordat de eenheid naar Tunesië vertrekt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt GC II/3 veel ingezet tijdens acties in

Egypte en later ook in Algerije. Het wordt “Provence” wordt gelinkt aan de eenheid in mei 1944, tijdens de campagne van Corsica. In juli 1947, werd de eenheid genummerd als GC I/1 “Provence” voordat de eenheid in november 1951 definitief werd aangeduid als de EC 1/7 “Provence”. In april 1953 ontving het squadron zijn eerste Mistral vliegtuigen en neemt de eenheid deel aan de patrouille operaties in Algerije tussen 1956 en 1961. In Dijon wordt de eenheid getransformeerd naar de Mystere IV. Op 1 december 1961 verhuisde het squadron naar Nancy-Ochey waar de eenheid een deel van EC 7 zou worden. Toen de eenheid naar de jaguar zou converteren, werd EC 7 verplaatst naar Saint-Dizier.

De tweede eenheid op Saint Dizier is het EC 2/7 "Argonne". Deze eenheid is de Franse OCU en vliegt met de Jaguar sinds oktober 1974. EC 2/7 "Argonne" draagt de tradities van de Eskadrilles SPA 31 “Archer Romain” en SPA 48 “Tête de Coq”. SPA 31 is te herkennen aan de Romeinse strijder met een boog in de hand. Deze eenheid werd opgericht op 24 september 1914 in Dijon. SPA 48 is te herkennen aan het hoofd van de haan en werd opgericht op 19 maart 1915. Op 1 januari 1920, werden deze twee escadrons respectievelijk het 4e en 5e squadron binnen de 2e jachtgroep. De eenheden vochten tijdens de inval in Noord-Afrika in 1931. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de eenheid beperkt ingezet en vloog het met de Dewoitine 520. Op 1 februari 1953, werd het escadron herboren onder de naam EC 3/1 “Argonne”. Deze nieuwe eenheid werd gevestigd op Saint-Dizier en uitgerust met de Republic F-84G Thunderjet. Het escadron nam deel aan de ordehandhaving in Algerije in februari en maart 1965. EC 3/1 werd uitgerust met de F-84F Thunderstreak in mei 1956. Het escadron nam deel aan de Suezkanaal expeditie in oktober en november 1956. Vanaf 11 oktober 1974, vormden SPA 31 en SPA 48 officieel EC 2/7 “Argonne” en werd deze eenheid uitgerust met de Jaguar op Saint-Dizier. EC 2/7 werd de conversie eenheid voor vliegers die op de Jaguar zouden gaan opereren. Op 1 december 1994, werd ook SPA 154 toegevoegd aan EC 2/7. Deze eenheid is te herkennen aan de kraanvogel. SPA 154 werd opgericht op 28 juni 1917.

EC 3/7 “Languedoc” is de derde eenheid op Saint-Dizier. De eenheid draagt de tradities van Escadrille 3C1 en SPA 38. Escadrille 3C1 was een voormalige marine eenheid van de Franse marine luchtvaartdienst. De Jaguars van deze eenheid zijn te herkennen aan de haai op de staart van de toestellen. 3C1 werd opgericht op 1 september 1927 in Hyères. Escadrille 3C1 wordt overgedragen aan de luchtmacht op 1 januari 1936. De eenheid werd het derde squadron van GC 11/8 in Marseille Marignane. SPA 38 is al een oude eenheid uit de Eerste Wereldoorlog, want de eenheid werd opgericht op 8 januari 1915. De eenheid heeft de naam “De distel van Lorraine” (Le Chardon de Lorraine) en heeft een groene distel in het embleem staan. SPA 38 werd ontbonden op 10 augustus 1919, en verschijnt opnieuw op 1 april 1937 als het tweede escadron van GC 11/8. In augustus 1939, voerde GC 11/8 op Potez 631 kustbewakingsmissies uit aan de Middellandse Zee om vervolgens te worden ingezet in Duinkerke. De eenheid wordt ontbonden in november 1942 met 15 lucht overwinningen. Na zijn heroprichting na de Tweede Wereldoorlog, wordt de naam “Languedoc” voor het eerst aan GC 11/8 gekoppeld in 1951. De eenheid werd door de jaren heen verschillende keren ingezet in landen zoals Indochina en Marokko. Toen de eenheid terug kwam in Frankrijk, werd het squadron op Nancy gebaseerd waar het met de Mysteries IV vloog. Op 1 december 1961, werd het escadron officieel omgedoopt tot EC 3/7 “Languedoc”. Na twaalf jaar op Nancy-Ochey werd EC 7 verhuisd naar Saint-Dizier met zijn Mystere IV op 17 mei 1973. De transformatie naar de Jaguar vond plaats in Mont-de-Marsan van 7 december 1973 tot maart 1974.